Informatie afbeelding: Royal HaskoningDHV

Wet bodembescherming

De Wet bodembescherming (Wbb) bevat de voorwaarden die verbonden worden aan het verrichten van handelingen in of op de bodem. De wet heeft alleen betrekking op landbodems. Primair komt bescherming en sanering in de wet aan bod. Met betrekking tot bodembescherming bestaat de wet uit een regeling waarin de (zorg)plicht voor veroorzakers is opgenomen.

Landbodem

Bij de grondroerende werkzaamheden komt grond vrij. Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Alphen-Chaam blijkt dat de boven- en ondergrond, die ten behoeve van de aanleg van de nieuwe watergangen/waterlopen vrijkomt, gekwalificeerd wordt als grond die voldoet aan de bodemkwaliteitsklasse AW-2000. Vrijkomende grond kan op basis van de bodemkwaliteitskaart binnen de gemeente worden toegepast.

Waterbodem

De milieuhygiënische kwaliteit van de het waterbodemmateriaal van de huidige Boven Mark en vier onderzochte zijwatergangen (meander Kerzel, Kerselsche Beek, de afgesloten meander en watergang OVK02076) voldoet bij toepassing in een oppervlaktewater aan de kwaliteitsklasse A of Altijd toepasbaar. Het eventueel vrijkomende waterbodemmateriaal is ook vrij verspreidbaar op de aangrenzende percelen (landbodem) of in een zoet oppervlaktewaterlichaam. Uitzondering hierop is het slib dat is aangetroffen in de Boven Mark vanaf de Markweg tot halverwege meander Kerzel. Dit slib mag wel vrij verspreid worden op de aangrenzende percelen, maar niet in een zoet oppervlaktewaterlichaam. Binnen het project Markdal-Zuid wordt de waterbodem van de onderzochte watergangen gehandhaafd.

Oeververdediging

Het is bekend dat in de Boven Mark lokaal oeververdediging zit van gecreosoteerde perkoenpalen/-planken en staalslakken. De staalslakken voldoen qua gemiddelde samenstelling – en emissiewaarden aan de eisen die in Regeling bodemkwaliteit gesteld worden aan een niet-vormgegeven bouwstof. Binnen het project wordt de oeververdediging over het algemeen gehandhaafd omwille van de stabiliteit van o.a. de naastgelegen fietsverbinding. Enkel ter hoogte van de aan te brengen bootinlaatplaats, het herprofileren van dam B, de aan te leggen dam C en van de bovenstroomse aansluiting van de nieuwe vrijstromende Mark dient de oeverbescherming over een lengte van totaal ca. 50 meter te worden verwijderd en dienen de vrijgekomen materialen te worden afgevoerd naar een erkend verwerker.