Informatie afbeelding: Royal HaskoningDHV

Civieltechnische kunstwerken

Onderstaande paragrafen beschrijven de inrichtingsmaatregelen die worden getroffen aan de civieltechnische kunstwerken.

L – Aanbrengen en verwijderen duikers

Bij het dempen van de watergangen zoals beschreven bij maatregel G worden bestaande duikers verwijderd. Bij het graven van nieuwe watergangen of het verondiepen/aanpassen ervan worden duikers aangelegd. De nieuwe duikers hebben een diameter van 500 millimeter en komen te liggen in de watergangen OWL22899, OWL22914, OWL22915 en de watergang 200 meter ten zuiden van OWL22915. Daarnaast wordt er centraal in het gebied ter afwatering van het achterliggende gebied een nieuwe watergang gegraven parallel aan het fietspad die met duiker onder de obstakelvrije zone door stroomt. De bodem van de duikers ligt 5 centimeter onder de bodemhoogte van de watergang.

M – (Ver)plaatsen LOP-stuwen

Buiten het projectgebied, maar wel onderdeel van het project, in de watergang OWL22819 wordt een LOP-stuw 20 meter stroomafwaarts geplaatst. Daarnaast wordt op de kruising van watergang OWL22814 en OVK02114 een nieuwe LOP-stuw geplaatst.

N – Aanbrengen tijdelijke kokerduiker met V-overlaat

Het voorliggende inrichtingsplan is onderdeel van een groter beekherstelproject (te weten het volledige Markdal) waarbij ook benedenstrooms van stuw Galder toekomstige herinrichtingen van de Boven Mark en haar beekdal plaatsvinden. De voorziene toekomstige herinrichting benedenstrooms van stuw Galder zal leiden tot verhoogde waterstanden binnen het projectgebied voor herinrichting Markdal-Zuid. Om bij de huidige lagere waterstanden benedenstrooms van stuw Galder ongewenste erosie bij de uitstroom van de nevengeul te voorkomen wordt voor de overbruggingsperiode (totdat het benedenstroomse tracé is ingericht) een tijdelijke V-overlaat geplaatst op het punt waar de nieuwe vrijstromende Mark weer samenkomt met de Boven Mark (direct benedenstrooms stuw Galder). De V-overlaat wordt geplaatst in het taludstuk van een aan te brengen tijdelijke kokerduiker (inwendige afmetingen 4x2 meter, b.o.b. 1.30 m +NAP). De bodemhoogte van de V-overlaat zit op 1,45 m +NAP. De overlaat kent een talud van 1:1. Vanaf de hoogte van 2,40 m +NAP loopt de overlaat horizontaal.

Benedenstrooms van de kokerduiker wordt de ondergrond van de vrijstromende Mark tot en met de aansluiting bij de Boven Mark verstevigd met (talud-/) bodembescherming om erosie te voorkomen.

De V-overlaat, kokerduiker en de bodembescherming wordt bij het herinrichtingsproject benedenstrooms van stuw Galder verwijderd. Hierdoor wordt stuw Galder na realisatie van het benedenstroomse herinrichtingsproject vispasseerbaar. Deze werkzaamheden worden te zijner tijd beschreven in een apart projectplan Waterwet dat voor de herinrichting benedenstrooms stuw Galder wordt opgesteld.

O – Aanbrengen fietsbruggen

Binnen dit project wordt een oost-west georiënteerde fietsverbinding gerealiseerd (zie maatregel V). Deze fietsverbinding kruist zowel de nieuwe vrijstromende Mark als de huidige Boven Mark (hoogwatergeul). De onderzijde van de bruggen ligt 0,5 meter boven de T10 waterlijn om vuilophoping en opstuwing ten tijde van hoogwater te voorkomen. Ten behoeve van de kanovaart en onderhoud dient daarnaast een vrije ruimte van 1,25 meter aanwezig te zijn ten opzichte van regulier peil. Voor de bruggen worden geen pijlers in de huidige Boven Mark of de nieuwe vrijstromende Mark geplaatst. Onder de brug wordt in zowel de hoogwatergeul als de nieuwe vrijstromende Mark talud- en bodembescherming aangebracht.

P – Aanpassen peil stuw Galder

Het stuwpeil van stuw Galder wordt in reguliere situaties vastgezet op 2,60 m +NAP. Bij een T2- of T10-afvoergolf (bij benadering vanaf een waterstand van 3,10 m +NAP) wordt de stuw gestreken tot 2,00 m +NAP om ongewenste inundaties op percelen van derden te voorkomen. Bij een T100-afvoergolf (bij benadering vanaf een waterstand van 3,70 m +NAP) wordt de stuw omhoog gezet tot 3,50 m +NAP om waterstandstijgingen in Breda (ten opzichte van de huidige situatie) te voorkomen.

Q – Aanbrengen bootinlaatplaats

Aan het einde van het Vonderpad wordt aan de westzijde van de Boven Mark een bootinlaatplaats gerealiseerd ten behoeve van het (zo extensief mogelijk) onderhoud van de huidige Boven Mark met een maaiboot. De bootinlaatplaats bestaat uit een flauwe helling van grasbetonbetontegels die zijn opgesloten door houten damplanken. Ten behoeve van het aanbrengen van de bootinlaatplaats dient lokaal mogelijk de aanwezige beschoeiing van staalslakken te worden verwijderd. Om een voldoende grote draaicirkel richting de bootinlaatplaats te realiseren worden langs het Vonderpad extra grasbetontegels aangebracht. Om oneigenlijk gebruik van de bootinlaatplaats te voorkomen wordt een slagboom aangebracht aan de bovenzijde van de helling. De nieuwe vrijstromende Mark wordt niet met een maaiboot onderhouden, maar vanaf de obstakelvrije zone (maatregel B). De nieuwe vrijstromende Mark wordt niet gemaaid, maar alleen op verzoek van een ecoloog of hydroloog worden daar zo nodig eventuele verstoppingen verwijderd.